//
you're reading...
Gedenktafeln Wien

Karl Böhm in de Himmelstraße

Rondlopend in Wenen ontkom je niet aan de vele “Gedenktafeln” en standbeelden gewijd aan de talrijke beroemde personen die ooit Wenen hebben aangedaan. Geboeid door het zichtbaar worden van de muziekgeschiedenis in de stad, ben ik deze gedenktekens gaan fotograferen. Ik heb slechts diegene gefotografeerd die ik tegen kwam. De lijst is daardoor zeer willekeurig en zeker geen overzicht van de vele gedenktekens die in de stad aanwezig zijn. Ik heb zo goed als mogelijk proberen te achterhalen ter gelegenheid waarvan en door wie een gedenkteken geschonken is.

Himmelstraße 41

Karl Böhm (Graz 1894 – Salzburg 1981)

Hier lebte / Generalmusikdirektor / Professor / Dr. Karl Böhm / 28.8.1894 – 14.8.1981 / Ehrendirigent der Wiener / Philharmoniker

Deze ‘Gedenktafel’ van de beroemde en gelauwerde dirigent Karl Böhm bevindt zich aan de gevel van Himmelstrasse 41 te Grinzing, in Döbling, het 19e Bezirk van Wenen (zie Stadtplan). Zijn naam is voor mij vooral verbonden aan een van mijn eerste aangeschafte CD’s: Een oude opname uit 1956 van het Requiem van Mozart, nog mono. Ik had me echter nooit bedacht dat hij pas in 1981 was overleden en tot zijn dood opnames heeft gemaakt.

Het gebouw dat de huisnummers 41 en 43 draagt, is in 1914 gebouwd en ontworpen door de architect Oscar Neumann. Wanneer Karl Böhm hier met zijn vrouw, de zangeres Thea Linhard, woonde, heb ik tot nog toe niet kunnen achterhalen. Helaas is er geen biografie geschreven over Karl Böhm. Wel is er in 1968 een autobiografie verschenen Karl Böhm: Ich erinnere mich ganz genau. De tekst is een neerslag van gesprekken die Hans Weigel in december 1967 bij Böhm thuis in Grinzig heeft gevoerd. Mogelijk is dit de Himmelstrasse 41. Afgaand op de documentaire “Ob ich die Musik nicht höre? Sie kommt doch aus mir” (1982 Unitel) over de tot stand koming van de film Elektra, woonde hij hier in het voorjaar van 1981, kort voor zijn dood. Hij overleed net voor zijn 87e verjaardag op 14 augustus in een hotelkamer in Salzburg, waar hij de Salzburger Festspiele bijwoonde. Zijn vrouw overleed twee maanden later.

Böhm was zeer gelauwerd. Dat blijkt al uit de betiteling “Generalmusikdirektor”. Hij was niet slechts de GMD van een operahuis, maar werd in 1964 door de Oostenrijkse staat tot österreichischer Generalmusikdirektor benoemd. Een benoeming die naast Böhm alleen Franz Schalk (1863-1931) ten dele is gevallen.

De betiteling Dr. (Doktor) betreft geen muziekacademische studie. Op aanraden van Franz Schalk was Karl niet naar de Akademie in Wenen gegaan voor muziekonderwijs, maar had privélessen muziektheorie gevolgd bij Eusebius Mandyczewski, archivarus van het Gesellschaft der Musikfreunde en goede vriend van Johannes Brahms. Zijn vader had echter gezien in wat voor ellendige situatie men komt wanneer je als musicus niet tot de top behoort. Daarom zei hij tegen Karl: “Wanneer ik het idee heb dat je werkelijk iets groots gaat bereiken, kun je op op mijn volledige ondersteuning rekenen. Maar je moet de rechtenstudie doen om op terug te kunnen vallen, zodat als het misgaat je bij mij op het kantoor kunt intreden.” April 1919 studeerde Karl af aan de Karl-Franzens-Universität in Graz en kreeg zo zijn Doctor juris titel. Ondertussen was hij al als dirigent actief aan de Opera van Graz.

De titel Professor kreeg Karl Böhm in 1935 toegekend als hoofd van de orkestschool van het Staatstheater in Dresden, waar hij een jaar eerder als Directeur van de Staatsopera aantrad.

Op de gedenksteen wordt als laatste verwezen naar zijn benoeming tot eredirigent van de Wiener Philharmoniker. Deze titel is voor hem in het leven geroepen en ontving hij in 1967.  De liefde was wederzijds. Op 11 juni 1981 waren de opnamen voor de film Elektra klaar. Dat werd ook het moment om na vele concerten en opnames voorgoed afscheid te nemen van ‘zijn’ orkest:

“Ich habe Sie geliebt, wie man einen Menschen lieben kann. Als ich Sie das erste Mal gehört habe, im Stehparterre des Musikvereins, als ich das erste Mal Tristan in der Staatsoper dirigieren durfte… Ich wünsche Ihnen von Herzen alles Gute, und bleiben Sie bei Ihrer philharmonischen Tradition, sie ist unnachahmlich.”

Karl Böhm was ereburger van de stad Wenen (1978) en Salzburg (1964), eredirigent van de Bayerische Staatsoper München (1978), Philharmonischen Staatsorchesters Hamburg (1974), Erepresident van het London Symphony Orchestra (1977-1981), erelid van de Deutsche Oper Berlin, … en ga zo maar door. Opnames die hij maakte hebben vele prijzen gewonnen zoals de Prix Mondial du Disque, Grammy, Edison-Preis, … enzovoort. Alle redenen dus om platen, CD’s en DVD’s bij elkaar te verzamelen om te gaan luisteren. Ik ben begonnen met de aan het begin genoemde opname van het Requiem van Mozart. De komende tijd zal de lijst verder aangevuld gaan worden.

Luisterend naar:
– W.A. Mozart – Requiem
Wiener Symphoniker, Teresa Stich-Rendall, Ira Malaniuk, Waldemar Kmentt, Kurt Böhme, Wiener Staatsopernchor.
Opname: november 1956, Wien.
Philips Legendary Classics: 420 772-2 (ook verschenen op Archipel ARPCD 0395 en Philips 438956-2)

– Alban Berg – Wozzeck
Chor und Orchester der Deutschen Oper Berlin. Evelyn Lear, Dietrich Fischer-Dieskau, Karl Christian Kohn, Helmut Melchert, Gerhard Stolze, Fritz Wunderlich. Schöneberger Sängerknaben.
Opname: UFA Studios Berlin, maart – april 1965.
Deutsche Grammophon LP 138 991 & 138 992 (ook op CD uitgebracht in 1992 gecombineerd met een opname van Lulu door Deutsche Grammophon ADD 0289 435 7052 7 GX 3, hier digitaal te koop).
Dit is de opname die onder andere een Grammy, Grand Prix du Disque en een Edison heeft gekregen.

– Richard Strauss – Elektra
Astrid Varnay, Leonie Rysanek, e.a. Wiener Philharmoniker, Konzertvereinigung Wiener Staatsopernchor.
Regie: Götz Friedrich.
Gefilmd in Wenen, Florisdorf, juni-juli 1981. Geluidsopname Wenen, Sophiensaal, maart-april 1981.
Unitel, 1982. Op DVD uitgebracht door Deutsche Grammophon, 2005. (2 DVD-VIDEO NTSC 0440 073 4095 0 GH 2)
Toegevoegd is een documentaire van 92 minuten over de totstandkoming van de film: “Ob ich die Musik nicht höre? Sie kommt doch aus mir”. Karl Böhm, Götz Friedrich and Richard Strauss’s Elektra Norbert Beilharz, Unitel, 1982.

– W.A. Mozart – Le Nozze di Figaro
Dietrich Fischer-Dieskau, Kiri te Kanawa, Mirella Freni, Hermann Prey, Maria Ewing, e.a. Wiener Philharmoniker.
Regie: Jean-Pierre Ponnelle.
Gefilmd in Londen, Shepperton Studios, juni 1976. Geluidsopname Wenen, Sofiensaal, december 1975.
Unitel, 1976. Op DVD uitgebracht door Deutsche Grammophon, 2005. (2 DVD-video 00440 073 4034)

Meer over het luisteren naar Karl Böhm in mijn nieuwe blogbericht Karl Böhm & W.A. Mozart – 1.

literatuur:
Karl Böhm: Ich erinnere mich ganz genau. Autobiographie. Hans Wiegel (herausg.) München: Deutscher Taschenbuch Verlag, 1973.
– Clemens Hellsberg. Demokratie der Könige. Die Geschichte der Wiener Philharmoniker. Zürich: Schweizer Verlagshaus, 1992.

Reacties

Nog geen reacties

Plaats een reactie