//
you're reading...
programmatoelichtingen

Dem Andenken eines Engels

Alban Berg schreef zijn vioolconcert tussen februari en augustus 1935. Het is opgedragen aan de opdrachtgever, de Amerikaanse violist Louis Krasner. De eerste schetsen maakte hij thuis in Wenen om het werk later voort te zetten in zijn “Waldhaus” aan de Wörthersee in Karinthië. “Ik kijk uit over hetzelfde meer”, zo schreef Berg aan Krasner, “als Brahms toen hij zíjn vioolconcert schreef”. Het vioolconcert kreeg nog een tweede opdracht mee: “Dem Andenken eines Engels”, ter nagedachtenis aan een engel. De dochter van een naaste, Alma Mahler-Werfel, overleed vlak voor hij naar Karinthië vertrok.

Het verhaal gaat, dat wanneer Berg een kamer binnenkwam waar een piano stond, hij onmiddellijk op de piano afstapte om het “Tristan-akkoord” aan te slaan. In Bergs Lyrische suite zit een verwijzing naar het Vorspiel uit Tristan und Isolde. Maar waar Wagner een mythologische dood verklankt en bezingt wanneer Isolde Tristan volgt in de dood, heeft Berg het daarentegen niet over mythologische wezens, maar over een concreet mens: hij schrijft zijn vioolconcert ter nagedachtenis aan een jonge vrouw: Manon Gropius, dochter van Alma Mahler-Werfel en Walter Gropius.

Vele boeken zijn vol geschreven over het vioolconcert, de ontstaansgeschiedenis, de compositorische analyses en de mogelijke interpretaties. Moet het werk gezien worden als een persoonlijke relativering van de dood en de “nagedachtenis aan een engel”? Of is het werk in de eerste plaats een vioolconcert voor Krasner, die geen persoonlijke band had met Alma Mahler-Werfel en die met de opdracht ook de eerste uitvoeringsrechten had? Was de invoeging van een koraal niet vooral ook een idee dat Berg al eerder in zijn opera Lulu had toegepast? Was het toeval dat de laatste vier tonen van de 12-toonreeks waarmee de compositie is gebouwd, dezelfde noten zijn als de eerste vier karakteristieke tonen van het Bach-koraal? Was het toeval dat Bergs eerste liefde, bij wie hij een dochter verwekte toen hij even oud was als Manon bij haar overlijden, dezelfde naam draagt als de persoon in het Karinthische volksliedje, het andere eveneens volledig geciteerde werk in het concert? Was het toeval dat het tweede deel 230 maten heeft, de vermenigvuldiging van Bergs getal 23 met het getal 10 van Hanna Fuchs-Robettin, zijn geheim gehouden geliefde?

Arnold Schönberg, leraar en vriend van Berg, schreef na Bergs dood in 1936: “Over het vioolconcert zou ik alleen willen zeggen dat de klank van zijn muziek me deed denken aan zijn bekommerde gelaatsuitdrukking op momenten waarop zijn gevoel van medeleven als vriend werd opgewekt.” Schönberg spreekt hier niet van een emotie die het werk bij hem oproept, maar van een klank die een beeld oproept van de componist, en hoe deze in relatie stond tot anderen. Een leerling van Berg schrijft: “Ik was een keer bezig met een pianosonate. Toen ik de expositie en de uitwerking voltooid had en dacht in de reprise een motief letterlijk te kunnen herhalen, zei hij [Berg] heftig: ‘Hoe kunt u zoiets doen? Bedenkt u toch wat uw thema’s en motieven intussen al niet “beleefd” hebben!”. Berg citeerde dan het aforisme van Heraclitus: “Niemand stapt tweemaal in dezelfde rivier”. Muziek is voor Berg als een ervaring die beleefd wordt, beladen met gevoelsuitdrukking.

Voorafgaand aan de eerste repetitie sprak ik met de soliste en de dirigent Maija en Jussi Jaatinen. Het is voor hen beiden de eerste keer dat zij het vioolconcert uitvoeren. Maija vertelde dat bij het beluisteren van het concert het koraal Es ist genug (uit de Kantate O Ewigkeit, du Donnerwort van J.S. Bach, BWV 60) bij haar meteen al veel indruk maakte. Zowel het gebruik van een koraal, als de tekst (Berg heeft de woorden in de partij erbij geschreven), als ook de manier waarop dit koraal georkestreerd is, met klarinetten die klinken als een kerkorgel. De tekst legt heel direct een verband met de opdracht die Berg het stuk meegaf. Het zijn, zo schreef hij in een brief aan Alma Mahler-Werfel, zijn woorden van ontzetting en steun aan Alma, na het bericht van de dood van haar 18-jarige dochter.

“Niemand stapt tweemaal in dezelfde rivier”, iedere uitvoering zal anders zijn. Daarom ook vroeg ik aan Jussi en Maija naar hun beleving van dit vioolconcert. Jussi wees me op de voor hem allerontroerendste passage van het concert: tegen het slot, na alles wat vooraf gegaan is, en nadat het koraal voor de eerste keer in zijn geheel gespeeld is door soloviool en klarinetten (in veel analyses koraalvariatie I en II genoemd). “De soloviool neemt eerst één viool mee, dan nog één, dan een kleine groep, nog een kleine groep, en dan een grotere groep violisten, om unisono spelend omhoog te stijgen, terwijl het koraal met volle kracht door het koper wordt gespeeld. Precies zoals de nabestaanden de ziel van de overledene naar de hemel zouden willen volgen. Maar vervolgens moeten ze één voor één afhaken en afstand nemen van de ziel, en toch op aarde achterblijven. Ongelooflijk!” Met het slot zelf, het coda, komt “vanuit de verte” het volkslied uit het eerste deel terug, overgaand in het koraal. De koperblazers nemen nog eenmaal majestueus de laatste regel over van de soloviool: ‘Es ist genug’. Voor Jussi is dit een “bevestiging dat het leven bij ons hier gewoon moet doorgaan. Troost.” Als een echo is het allereerste beginmotief te horen: het aanstrijken van de vier open snaren van de viool, nu niet door de soloviool, maar door alle eerste violen.

–––––––––––––––––––––––––––––––––

Alban Berg (1885-1935)
Vioolconcert (1935)
1) Andante – Allegretto
2) Allegro – Adagio
für Louis Krasner
Dem Andenken eines Engels

Reacties

Een gedachte over “Dem Andenken eines Engels

  1. Inspirerende programmatoelichting!
    Goed dat je naast het verhaal van Berg over zijn dochter Alma ook de beleving van de dirigent en de solist opneemt!

    Geplaatst door Jan | 1 juni 2008, 22:26

Plaats een reactie